Loppie Zeeman: Oudste inwoner Marken bleef scherp tot het einde (1919-2023)

nhd

De oudste inwoner van Marken is donderdag overleden, al woonde ze de afgelopen jaren niet meer op haar geliefde schiereiland maar in Volendam. Lobberig Zeeman-Zeeman, Loppie genoemd, is 103 jaar geworden.
Ze slikte één pilletje in de ochtend, verder was ze eigenlijk zo gezond als wat. Maar de laatste jaren ging haar gezondheid toch achteruit en moest ze haar geliefde Marken inruilen voor het ’vasteland’. Aanvankelijk verhuisde ze naar verzorgingshuis De Meermin in Edam en sinds eind 2020 woonde ze in verzorgingshuis De Friese Vlaak in Volendam. Ze was nog steeds helder van geest, maar lezen lukte niet meer. „Vlak voor haar overlijden begon ze nog over mensen die binnenkort jarig zijn. De verjaardagen wist ze precies te noemen. En, ze vroeg ook nog of de giro binnen was”, vertelt haar inmiddels gepensioneerde zoon Kees.

Omdat er op Marken geen verzorgingshuis is, ging ze eerst in Edam en later in Volendam wonen. Ze kreeg nog corona, maar had daar weinig last van. „Wel brak ze op haar honderdste haar heup, maar daarvan was ze genezen. Ze wilde duidelijk nog even door. Vorige week liep ze honderd meter achter haar rollator”, weet haar zoon. „Maar toch, ze had er niet zo veel zin meer in. Ze vond het welletjes geweest. Ze at steeds minder en verzwakte zo steeds meer.”

Loppie Zeeman was geboren op Marken en trots op haar (schier)eiland. Ze droeg haar hele leven de traditionele klederdracht van Marken. In de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum zijn verschillende foto’s opgenomen die in 1943 en 1945 zijn gemaakt van haar in ’Marker streekdracht’. In 1945 samen met een dorpsgenoot in huwelijkskleding. „Jan Commandeur en Lobberig Zeeman, verkleed ter gelegenheid van deelname aan een optocht waarbij een Marker bruiloft werd uitgebeeld. Deze optocht vond plaats op vrijdag 31 augustus 1945 vanwege een Koninginnedagfeest. Jan draagt de dracht van de ’witte bruidegom’ voor de middag tijdens het ’sopeten’. Lobberig draagt de dracht van de zogenoemde ’schone kok’. De ’basse kok’ of ’schone kok’ serveerde het bruidspaar en de gasten tijdens het zogenoemde ’sopeten’ op de zondag na de ondertrouw. Ook op de zogenoemde ’lesjesdag’ (restjesdag van het sopeten van de vorige dag) was een schone kok aanwezig. De schone kok droeg onder meer de ’witte mouwen’, een antiek rijglijf, een rode borstlap en twee witte ’boezels’ (schorten) over elkaar. De taak van schone kok werd doorgaans vervuld door jonge meisjes met een ’kleine kap’. Lobberig is al wat ouder en draagt de grote kap”, zo schrijft het museum.

In de moderne tijd was ze nog een van de weinige bewoners die de klederdracht droeguen. Ze kwam dan ook in vol kostuum - zwart, zoals gebruikelijk voor weduwen - naar verzorgingstehuis De Meermin in Edam. Het complexe wikkel- en speldwerk was geen doen voor de verzorging. „Toen stapte ik over naar ’burgerkleding’.” Nog steeds donker overigens. „Dat staat me het beste”, vertelde ze toen ze honderd was geworden.

Zwaar
Een makkelijk leven heeft ze niet bepaald gehad. Haar moeder stierf toen ze zeven jaar was. Na haar schooltijd zwoegde ze van zeven uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds als huishoudelijke hulp in Monnickendam. Bleef daar soms slapen om op de kinderen te passen. Dat werken stopte toen ze in 1950 trouwde met Cornelis Zeeman. Geen directe familie. Hij was visserman en deed in de stille periodes aannemerswerk. Hij had al een zoon Hein uit een eerder huwelijk en die kwam ook in huis wonen.

In 1951 werd Kees (officieel Cornelis naar zijn vader) geboren. Een bevalling waarbij ze bijna dood bloedde. Haar man verloor ze in 1979. Gelukkig had ze nog wel haar zoon en stiefkind en hun vier kleinkinderen. Verder was haar kennissenkring erg klein geworden. Tot haar 95ste ging ze nog trouw elke zondag naar de kerk. In de Grote Kerk is dinsdag ook de afscheidsdienst. Aansluitend wordt ze begraven, waarmee ze terug is op Marken.

 

JB Cookies